9B

Kijk, plotseling verschijnt de gestalte van mijn moeder aan mij voor mijn ogen.In de nacht straalt zij met een helder licht.Ze pakt mij vast bij mijn rechterhand.Ze begint met haar rozenmond te praten: "Zoon,welk zo groot verdriet wekt bij jou onbedwingbare woede op?Waarom ga je zo tekeer? Waarom zorg je niet voor je vader Anchises en je echtgenote Creusa en je zoontje Ascanius? De Grieken vallen hen al aan. De gehate Helena en de rokkenjager Paris zijn vrij van schuld. De onbarmhartigheid van de goden richt de stad Troje ten gronde. Ik zal het je laten zien. Aanschouw! Hier doet Neptunes met zijn drietand de muren van de stad hevig schokken en haalt Troje van zijn fundamenten. Daar houdt Iuno de poorten bezet,en ze roept de Grieken van de schepen af. Reeds zit de woeste Minerva boven op de burcht. De vader van de goden zelf schenkt moed aan de harten van de Grieken. Vlucht,zoon, en hou op met vechten"