Na drie jaar is hij tot Aedil aangesteld, en heeft hij door prachtige spelen en geschenken meer en meer de sympathie van het volk gewonnen. Vervolgens is hij tot praetor gemaakt, en nadat hij deze taak had volbracht is hij naar Spanje Ulterior gezonden om in plaats van de [andere] praetor over die provincie te regeren. Tenslotte heeft hij in 59 v. Chr., toen hij 42 jaar oud was, het consulaat verworven, het hoogste ambt van de staat. Zijn collega was Marcus Calpurnius Bibulus, met wie hij reeds het ambt van Aedil beoefend had. Maar toen had Caesar ervoor gezorgd dat alle dingen die zij beiden aan het volk gaven op hun eigen kosten, door hem alleen gegeven leken te zijn. Die zaak was de oorspong van de toekomstige tweedracht. En zo heeft Caesar, bij het begin van zijn ambt, een wetsvoorstel aangevraagd zodat de akkers van Campanus verdeeld werden onder het volk. Toen de senaat weerstand bood tegen die wet < want de edelen en de rijken hadden geleidelijk aan die akkers voor zichzelf bezet > en toen Caesar die zaak aan het volk had voorgelegd, kwam Bibulus naar het forum om zich te verzetten tegen het aannemen van de wet. Maar er is zo'n grote opstand tegen hem bewogen, onder het gezag van Caesar, dat zijn [=Bibulus] roedebundels gebroken werden en dat hijzelf van het forum werd verdreven. Na deze gebeurtenissen was hij gedwongen om zich thuis op te houden en zich af te houden van het senaatsgebouw gedurende de overige tijd van het jaar. Daarom heeft Caesar, naar zijn eigen voordeel, alleen de republiek bestuurd. Vandaar zeiden sommige geestige mensen dat die dingen die dat jaar gebeurd waren niet, zoals de gewoonte was, onder het consulaat van Bibulus en Caesar gebeurd waren, maar onder het consulaat van Julius en Caesar. Zij noemden in plaats van 2 consuls, 1 consul met naam en familienaam. De Gallische veldtocht als weg naar de troon Nadat hij zijn consulaat voltooid had, heeft hij ervoor gezorgd dat het volk de provincie Gallia Cisalpina en Illyria aan hem gaf, waar vervolgens, omdat het door hemzelf gevraagd was, ook Gallia Transalpina aan werd toegevoegd. Want in zijn gedachten voerde hij reeds die Gallische oorlog, door welke hij twee zeer noodzakelijke zaken verwierf om zich voor te bereiden om de Romeinse republiek te onderwerpen: namelijk enorme rijkdom en een onoverwinnelijk leger. Nu zullen wij echter de Commentarii de Bello Gallico van Caesar zelf in handen nemen, die de senaat en het Romeinse volk op de hoogte heeft gebracht van zaken die op vaste tijdstippen gebeurden.