"O, hoe schiterend zijn jou veren, raaf. Hoe schitterend is je lichaam en je gezicht. Als je een stem had zou geen enkele vogel beter zijn." Maar terwijl de domme zijn stem wilde laten horen liet hij de kaas uit zijn mond vallen, die de sluwe vos snel weggraaide met zijn begerige tanden. Toen pas zuchtte de bedrogen raaf.