Versie1:
Uit vele voortekens was duidelijk dat Caesar met de dood bedreigd werd, want precies in een droom zag hij dat hij boven de wolken vloog en Juppiter hem de hand reikte. Zo ook Calpurnia, de echtgenote van hem, zag in een droom dat het huis ineenstortte en haar echtgenote bedolven werd en ze haar echtgenote in haar armen hield. Bovendien was Caesar door Spurinna, zijn waarzegger gewaarschuwd:"Pas op voor de Iden van maart!" De senaat werd in het senaatsgebouw bijeengeroepen op de Iden van maart rond het vijfde uur verliet Caesar zijn huis. Onderweg kwam hij Spurinna tegen.Die (Caesar) lachtte met hem, zeggend dat de Iden van maart er al waren. Spurinna antwoordde dat ze inderdaad al gekomen waren maar dat ze nog niet voorbij waren. Toen Caesar juist het senaatsgebouw binnentrad, omsingelden de samenzweerders hem. Eén van hen naderde hem en greep Caesar vast met beide handen aan de toga. Vervolgens verwondde Casius Caesar met een dolk net onder de keel terwijl die uitriep:"Maar dit is geweld!" Caesar greep Casius bij de arm en doorboorde hem met een schrijfstift en probeerde te ontkomen, maar opnieuw trof een dolk hem. Toen hij voelde dat hij van alle kanten met getrokken dolken aangevallen werd, bedekte hij zijn hoofd met zijn toga en liet zijn klederen zakken tot op zijn voeten: want de vijand wil hem doden. Maar terwijl Marcius Brutus, die hij als zijn zoon beschouwde, aanstormde naar hem en Caesar zei:" Jij ook mijn zoon?" Hierna, werd hij zonder enig gezucht of gekreunmet 43 dolksteken gedood. Terwijl iedereen vluchtte, bleef Caesar levensloos op de grond liggen, totdat 3 slaven hem op een draagstoel legden en naar huis droegen. Niet tegenstaande de samenzweerders van plan waren Caesar's lichaam in de Tiber te gooien moesten ze op bevel van Marcus Antonius Caesar verassen.
Versie2:
Uit vele voortekens was duidelijk dat de dood Caesar bedreigde. Want zelf had hij in de droom gezien dat hij boven de wolken vloog en dat Juppiter hem een hand gaf. En Calpurnia, zijn vrouw, had gedroomd dat haar huis instortte en haar echtgenoot bedolven werd en dat ze zijn lichaam vasthield in haar handen. Bovendien was Caesar door Spurinna, de waarzegger, gewaarschuwd: "Pas op voor de Iden van maart!" Nadat de senaat naar de curia bijeengeroepen was, verliet Caesar op ongeveer het vijfde uur op de Iden van maart zijn huis. Onderweg kwam hij Spurunna tegen. Die lachte hij uit, terwijl hij zei dat de Iden van maart al gekomen waren. Spurinna antwoordde dat die inderdaad gekomen waren, maar nog niet voorbij waren. Caesar was nauwelijks het senaatsgebouw binnengetreden, toen de samenzweerders hem omsingelden. Een van hen kwam dichterbij en greep met beide handen zijn toga. Vervolgens verwondde Cassius Caesar met een dolk onder de keel,nadat die zich had afgewend en riep: "Dat is toch geweld!" Caesar greep en doorstak de arm van Cassius met een schrijfstift en hij probeerde te vluchten, maar hij werd opnieuw getroffen door een dolk. Toen hij voelde dat hij aangevallen werd van alle kanten met getrokken dolken, liet hij zijn kledij tot op zijn voeten zakken, terwijl hij zijn hoofd met een toga bedekte: hij wilde immers eervol sterven. Ook terwijl hij Marcus Brutus, die hij beschouwde als zijn zoon, op zich zag aanstormen, zei hij: "Jij ook, mijn zoon?" Hierna werd hij gedood door drie en twintig messteken van de samenzweerders, zonder een zucht en zonder een woord. Terwijl iedereen vluchtte, lag Caesar levenloos op de grond in het senaatsgebouw, totdat drie slaven hem in een draagstoel legden, en hem terug naar huis brachten. Hoewel de samenzweerders van plan waren het lichaam van Caesar in de Tiber te werpen, werd het toch verast op bevel van consul Marcus Antonius.