Ieder jaar zenden de Atheners zeven jongemannen en zeven meisjes naar Kreta. Waarom zenden de Atheners ieder jaar zeven jongemannen en zeven meisjes naar Kreta?
Op het eiland Kreta woont koning minos. Koning Minos beheerst Griekenland.
In het paleis is er een labyrint. In het labyrint dreigen er veel gevaren. Het labyrint heeft vele wegen: niemand kan de uitgang vinden. In het labyrint wonen geen mensen, maar de Minotaurus woont er.
De Minotaurus is een verschrikkelijk monster, hij is deels mens en deels stier; hij verslindt niets anders dan mensen.
Ieder jaar eist Minos zeven jongemannen en zeven meisjes, Kijk, en dit jaar verwacht Minos jongemannen en meisjes voor zijn paleis.
De soldaten leiden hen naar de gevangenis. Eén van de jongemannen is Theseus. Theseus is een mooie en dappere jongeman.
Minos heeft een dochter. De dochter is Ariadne. Ariadne ziet Theseus en houdt van hem.
's Nachts gaat ze naar de gevangenis, en roept Theseus: ?Ik kan je redden? zegt ze, indien je mij naar Athene leidt.
Theseus en Ariadne zijn het eens, en zij zijn zeer blij.