Versie1:
In Griekenland, nabij de stad Nemeo, leeft een reusachtige leeuw, door wie veel vee geroofd wordt, door wie honden en paarden bang gemaakt worden, jongens en meisjes, mannen en vrouwen gedood worden. Zijn huid kan noch door pijlen, noch door stenen, noch door een zwaard doorboord worden. Daarom beveelt Eurysteus, koning van de streek, dat hercules de leeuw moet doden. Hercules ontvlucht het werk niet, want hij draagt 5 geschenken van de goden bij zich: het zwaard van Mercurius, de boog en de pijlen van Apollo, een gouden harnas van Vulcanus, paarden van Neptunus en een schild van ivoor van Juppiter. Ook een knuppel maakt hij zelf en draagt hem bij zich. Plots springt de leeuw uit het bos tevoorschijn. Eerst schiet Hercules pijlen van Apollo, maar de pijlen doorboren de huid van de leeuw niet. Vervolgens probeert hij met het zwaard van Mercurius de huid te doorboren, maar het zwaard buigt zoals een van was. Tenslotte slingert hij de knuppel: het hoofd van de leeuw slingert slechts heen en weer. Omdat wapens niet baten, probeert Hercules eindelijk met de blote handen het beest te overwinnen. De leeuw rukt een vinger van Hercules af; toch grijpt Hercules de leeuw en wurgt hem. Vervolgens stroopt hij de huid van het beest af. Dan keert hij terug naar koning Eurystheus, bekleed met de huid van de leeuw
Versie2: Hercules en de leeuw van Nemea
In Griekenland nabij de stad Nemea, leeft een reusachtige leeuw, door wie het vee gegrepen wordt, de hond, het paard worden bang, de jongens en de meisjes, de mannen en de vrouwen worden gedood. Noch met pijlen, noch met stenen, noch met een zwaard kan men zijn huid doorboren.
Zo beveelt Eurysteus, koning van de streek, Hercules de leeuw te doden. Hercules vlucht niet voor het werk, want hij draagt 5geschenken van de goden bij zich: een zwaard van Mercurius, een boog en pijlen van Apollo, een gouden harnas van Vulcanus, paarden van Neptunus en een ivoren schild van Jupiter. Zelf maakt hij ook nog een knuppel en hij draagt die bij zich.
Plotseling springt de leeuw te voorschijn uit het bos. Eerst schiet Hercules de pijlen van Apollo af maar de pijlen doorboren de harde huid van de leeuw niet. Vervolgens probeert hij de huid te doorboren met het zwaard van Mercurius, maar het zwaard buigt zoals een zwaard van was. Tenslotte slingert hij de knuppel : de leeuw schudt slechts zijn hoofd heen en weer.
Omdat wapens niets baten, probeert Hercules tenslotte het beest te overwinnen met de blote handen. De leeuw rukt een vinger van Hercules af; toch grijpt Hercules de leeuw en wurgt hem. vervolgens stroopt hij de huid van het beest af. Dan keert hij terug naar koning Eurysteus, bekleedt met de huid van de leeuw.