Gaius plinius groet zijn vriend juniores. Iemand ranselde zijn zoon af omdat die een beetje te kwistig paarden en honden kocht. Nadat de jongen vertrokken was, zei ik tegen hem:? Hé, hoor eens jij, heb jij soms nooit gedaan wat door jouw vader kon berispt worden? Heb je? Vraag ik je. Doe jij soms niet wat jouw zoon als met een even grote strengheid zou afkeuren als hij plots jou vader en jij plots zijn zoon zou zijn. Worden niet alle mensen geleid door één of andere fout ? gaat de ene zich niet hierin en de andere daarin?? Ik heb deze dingen geschreven voor jou, uit wederzijdse liefde, gewaarschuwd door een voorbeeld van mateloze strengheid, opdat ook jij jouw zoon nooit te fel en te hard zou behandelen. Bedenk dat hij een jongen is en dat jij dat geweest bent, en zet dit, namelijk dat je vader bent, zo om in de praktijk, dat jij je herinnert dat je zowel een man bent als de vader van een man. Gegroet.