De gangsters moeten weggaan, ze moeten zich verwijderen van ons, laat ze samentroepen op één plaats. Ze moeten door een muur gescheiden worden van ons, zoals ik al dikwijls gezegd heb. Ze moeten ophouden met de consul in zijn eigen huis in een hinderlaag te lokken, met rond de rechtersstoel van de Praetor Urbanus te staan, met het senaatsgebouw te terroriseren met zwaarden, en met pijlen en fakkels aan te schaffen om de stad in brand te steken. Iedereen moet nu voor zijn mening over de republiek uitkomen. Ik beloof jullie, senatoren, dat, zoals de voorouders voorschreven de waakzaamheid van onze consuls, het gezag van de senaat, de moed van de Romeinse ridders en de eensgezindheid van alle republikeinen groot zal zijn, zodat jullie zouden zien dat, door het vertrek van Catilina, alles duidelijk gemaakt is, aan het licht gebracht is, onderdrukt en gewroken is!