[CAESAR] De Bello Gallico, VI, 15

Opmerking

Versie 1:

De andere stand is die van de ridders. Waaner het nodig is omdat er een oorlog plaatsvindt - wat voor de aankomst van Caesar bijna jaarlijks gebeurde omdat ze ofwel aanvielen of aangevallen werden- voeren ze allemaal oorlog, Al naar gelang iemand aanzienlijk is door zijn afkomst of rijkdom, heeft hij des te meer dienaren en clientes rondom zicht. Dit beschouwen zij als de enige maatstaf van de invloed en macht.

Opmerking

Versie 2:

De andere groep is die van de ridders. Wanneer er een noodzaak was namelijk dat één of andere oorlog uitbrak (iets wat gewoonlijk bijna jaarlijks gebeurde voor de aankomst van Caesar namelijk dat ze ofwel zelf een aanval deden ofwel één afweerden), waren al dezen op oorlogspad, en naarmate ieder van hen zeer belangrijk was wat betreft afkomst en vermogen had ieder ook zeer veel slaven en cliënten rond zich. Dit kenden ze als enige vorm van invloed en macht.