Lesbia praat veel kwaad over me in de aanwezigheid van haar man: tot zijn grote vreugde. Ezel, merk je dan niets? Als zou zwijgen en me vergeten zou zijn, was er niets aan de hand: nu keft en snauwt ze, ze denkt niet alleen aan me, maar wat veel erger is: ze is smoorverliefd. Zo is het: ze wordt verteerd en daarom tatert ze maar.