12.1c Seneca, lessen in de filosofie

Aan de massa moet onttrokken worden een tere en een te weinig aan het moreel-goede vasthoudende geest:gemakkelijk loopt men over naar de meerderheid. Aan Socrates (en) Cato en Laelius had de massa die (van hen) verschilt het eigen karakter kunnen ontnemen:zoveel te meer kan niemand van ons,die juist nu ons karakter vormen,de aanval verdragen van fouten die in zo'n grote hoeveelheid (op ons) afkomen. Eén voorbeeld van genotzucht en hebzucht richt veel kwaad aan:een verwende tafelgenoot maakt ons langzamerhand krachteloos en 5 week,een rijke buur wekt begeerte op,een vriend met een slecht karakter steekt iemand,hoe blank en argeloos hij ook is,met zijn roest aan:wat geloof je dat er gebeurt met dat karakter (van ons) waarop in het openbaar een aanval is gedaan?

Meer Fortuna 3 vertalingen: